Alle toerekenbare tekortkomingen op een rijtje! (vervolg)
Klacht 7 – Gijzeling
Over mijn gijzeling schrijft de heer Logtenberg, (bijlage 14):
Als curator heb ik niet verzocht om een bevel tot inbewaringstelling en bent u ook niet in verzekerde bewaring gesteld. De behandelend rechter heeft tijdens het faillissementsverhoor slechts als beeldspraak gezegd dat u als gevolg van de faillietverklaring “als het ware” gegijzeld wordt in Nederland doordat het u op grond van de wet (91 Fw) niet is toegestaan zonder toestemming van de rechter-commissaris naar het buitenland te gaan. Van deze uitspraak van de behandelend rechter kan mij als curator geen verwijt van worden gemaakt.
een gevalletje is van
“verkeerde woonplaats registratie”
Duidelijk stelt de heer Logtenberg dat het volgens de wet (91 Fw) niet in toegestaan om zonder toestemming van de rechter-commissaris naar het buitenland te gaan. In mijn situatie is de ene keer mijn woonplaats in Bodrum en de andere keer woonplaats onbekend. In de bijlage van de heer Logtenberg in het hoger beroep staat dat immers dat mijn woonplaats onbekend is. Hierbij merk ik op dat in de eerste zitting in juni 2023 door de rechter wordt gesteld (audio in mijn bezit) dat het een gevalletje is van “verkeerde woonplaats registratie”.
Maar veel belangrijker vind ik, bevestigd door GBA/RNI, dat ik in Turkije woon en dat daarom de term gijzeling en de wet 91 Fw helemaal op mij van toepassing is. Naar mijn mening had de heer Logtenberg de rechter-commissaris moeten meldden dat ik officieel in mijn woonplaats Bodrum woon en dus niet in Nederland en de rechter-commissaris mij had moeten laten vertrekken en niet in gijzeling had mogen houden. De rechter-commissaris mag er op vertrouwen dat de curator onderzoek doet en hem juist en volledig informeert. Hier is dus ook sprake van misleiding en dat is de heer Logtenberg aan te rekenen.
Alle toerekenbare tekortkomingen op een rijtje! (vervolg)
Klacht 7 – Gijzeling
Over mijn gijzeling schrijft de heer Logtenberg, (bijlage 14):
Als curator heb ik niet verzocht om een bevel tot inbewaringstelling en bent u ook niet in verzekerde bewaring gesteld. De behandelend rechter heeft tijdens het faillissementsverhoor slechts als beeldspraak gezegd dat u als gevolg van de faillietverklaring “als het ware” gegijzeld wordt in Nederland doordat het u op grond van de wet (91 Fw) niet is toegestaan zonder toestemming van de rechter-commissaris naar het buitenland te gaan. Van deze uitspraak van de behandelend rechter kan mij als curator geen verwijt van worden gemaakt.
een gevalletje is van
“verkeerde woonplaats registratie”
Duidelijk stelt de heer Logtenberg dat het volgens de wet (91 Fw) niet in toegestaan om zonder toestemming van de rechter-commissaris naar het buitenland te gaan. In mijn situatie is de ene keer mijn woonplaats in Bodrum en de andere keer woonplaats onbekend. In de bijlage van de heer Logtenberg in het hoger beroep staat dat immers dat mijn woonplaats onbekend is. Hierbij merk ik op dat in de eerste zitting in juni 2023 door de rechter wordt gesteld (audio in mijn bezit) dat het een gevalletje is van “verkeerde woonplaats registratie”.
Maar veel belangrijker vind ik, bevestigd door GBA/RNI, dat ik in Turkije woon en dat daarom de term gijzeling en de wet 91 Fw helemaal op mij van toepassing is. Naar mijn mening had de heer Logtenberg de rechter-commissaris moeten meldden dat ik officieel in mijn woonplaats Bodrum woon en dus niet in Nederland en de rechter-commissaris mij had moeten laten vertrekken en niet in gijzeling had mogen houden. De rechter-commissaris mag er op vertrouwen dat de curator onderzoek doet en hem juist en volledig informeert. Hier is dus ook sprake van misleiding en dat is de heer Logtenberg aan te rekenen.
Klacht 8 – Ziektekosten
Op 7 juli 2023 heb de heer Logtenberg meegedeeld dat ik in Turkije woon. Hij heeft dat zelfs in mail op 10 juli naar mij bevestigd. Ik help daar mijn partner en sinds ik in Nederland wordt “vastgehouden” zijn er geen inkomsten. De geldstromen voor mijn partner lopen daardoor drastisch terug. Ik had in Turkije ook mijn ziektekostenverzekering. Door mijn lange periode van afwezigheid in Turkije, langer dan zes maanden, ben ik al een tijdje onverzekerd voor ziektekosten. Dit heb ik al diverse keren gemeld bij de heer Logtenberg met name op 3 november 2023 en heb hem daarvoor persoonlijk aansprakelijk gesteld.
Op de site van overheid staat: Het CAK meldt u aan bij een zorgverzekeraar als u geen zorgverzekering heeft. Het CAK houdt de premie in op uw inkomen. Heeft u medische zorg nodig terwijl u nog geen verzekering heeft? Dan betaalt u de kosten zelf.
Tot op heden is daar geen verandering in gekomen, omdat de heer Logtenberg geen ziektekosten verzekering voor mij heeft afgesloten. Ik verwijt de heer Logtenberg opzettelijk nalatig handelen in het nakomen van zijn zorgplicht.
Onrechtmatig handelen leidt tot gezinsontwrichtingZijn onrechtmatig handelen waarbij voor mij sprake is van gezinsontwrichting, is in strijd met verschillende wetsartikelen en gedragsregels. Een van de regels is een belangenconflict. Het is de plicht van de heer Logtenberg om belangenconflicten te vermijden en te handelen in het beste belang van partijen, ook van de gefailleerde. Dus als het handelen van de curator leidt tot gezinsontwrichting, kan dit worden gekwalificeerd als een schending van deze verplichting, maar ook schending van mensenrechten. Dit wordt mede veroorzaakt omdat de heer Logtenberg ten onrechte stelt dat ik in Nederland woon, terwijl hij weet dat mijn werkelijke zakelijke en gezinsleven in Bodrum in Turkije is.
Klacht 9 – Gezinsontwrichting
De heer Logtenberg heeft mij ten onrechte 9 maanden in Nederland vastgehouden/gegijzeld. Ik mocht van hem nadrukkelijk niet vertrekken uit Nederland, dus niet bij mijn partner en twee minderjarige dochters zijn, die hun moeder zeer missen! Daarmee is de heer Logtenberg verantwoordelijk voor het veroorzaken van gezinsontwrichting en veel leed.
Onrechtmatig handelen
leidt tot gezinsontwrichting
Zijn onrechtmatig handelen waarbij voor mij sprake is van gezinsontwrichting, is in strijd met verschillende wetsartikelen en gedragsregels. Een van de regels is een belangenconflict. Het is de plicht van de heer Logtenberg om belangenconflicten te vermijden en te handelen in het beste belang van partijen, ook van de gefailleerde. Dus als het handelen van de curator leidt tot gezinsontwrichting, kan dit worden gekwalificeerd als een schending van deze verplichting, maar ook schending van mensenrechten. Dit wordt mede veroorzaakt omdat de heer Logtenberg ten onrechte stelt dat ik in Nederland woon, terwijl hij weet dat mijn werkelijke zakelijke en gezinsleven in Bodrum in Turkije is.
Klacht 10 – Kosten curator
Het heeft er alle schijn van dat aan de opstelling en het gedrag van de heer Logtenberg vermoedelijk de volgende oorzaak ten grondslag ligt.
In zijn e-mail van 10 juli 2023 (bijlage 11) schrijft de heer Logtenberg:
U verwacht €70 miljoen te ontvangen van het Ministerie van Financiën, omdat drieduizend woningen van u en uw ex-partner Henk Jansen ten onrechte zouden zijn afgenomen. Uit huwelijksakte volgt echter dat u niet in gemeenschap van goederen was gehuwd. U gaf aan dat de huwelijksvoorwaarden later zijn aangepast en dat ze moeten verrekenen op basis van een Amsterdams Verrekenbeding.
Hierdoor zou u recht hebben op €35 miljoen.
Mij in Nederland wil houden
om zijn eigen zakken te vullen
Over het dispuut met de Belastingdienst heb ik op 7 juli 2023 aan de heer Logtenberg meegedeeld dat mijn ex-partner de heer H.F. Janssen een cessie heeft moeten tekenen waarin hij al zijn bezittingen moest overdragen aan de Belastingdienst en dat daarna al zijn bezittingen/woningen zijn verdwenen. Nimmer is door mij gesteld dat de heer Janssen een bedrag of vergoeding van de Belastingdienst verwacht te ontvangen.
De heer Logtenberg is zich blijkbaar volstrekt ten onrechte rijk aan het rekenen met de vele miljoenen. Wellicht verklaart dat ook zijn opstelling, gedrag bij het hof en dat hem er blijkbaar alles aan is gelegen om mij failliet te laten verklaren, in Nederland te houden, om zijn zakken te vullen.
Daarvoor wordt ook verwezen naar zijn factuur, (bijlage 15). Deze factuur van € 17.000 ziet toe op verrichte werkzaamheden in juli 2023, na het gesprek dat op 7 juli 2023 met hem heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk schrijft de heer Logtenberg deze kosten met een hooivork.
Voor de goede orde en volledigheid: de onbetwiste vorderingen aan alle schuldeisers zijn door ESP Consultancy BV onverplicht betaald. De betalingen en het intrekken van die vorderingen zijn door de schuldeisers aan de heer Logtenberg bevestigd. Tegen de schuldeisers met betwiste vorderingen, te weten de gemeente Amersfoort, Wieringa Advocaten, de heer K van Reedt Dortland en de Belastingdienst, zijn en/of worden procedures gestart. Buiten de eigen kosten van de curator zijn er derhalve geen schuldeisers.
Klacht 10 – Kosten curator
Het heeft er alle schijn van dat aan de opstelling en het gedrag van de heer Logtenberg vermoedelijk de volgende oorzaak ten grondslag ligt.
In zijn e-mail van 10 juli 2023 (bijlage 11) schrijft de heer Logtenberg:
U verwacht €70 miljoen te ontvangen van het Ministerie van Financiën, omdat drieduizend woningen van u en uw ex-partner Henk Jansen ten onrechte zouden zijn afgenomen. Uit huwelijksakte volgt echter dat u niet in gemeenschap van goederen was gehuwd. U gaf aan dat de huwelijksvoorwaarden later zijn aangepast en dat ze moeten verrekenen op basis van een Amsterdams Verrekenbeding.
Hierdoor zou u recht hebben op €35 miljoen.
Mij in Nederland wil houden
om zijn eigen zakken te vullen
Over het dispuut met de Belastingdienst heb ik op 7 juli 2023 aan de heer Logtenberg meegedeeld dat mijn ex-partner de heer H.F. Janssen een cessie heeft moeten tekenen waarin hij al zijn bezittingen moest overdragen aan de Belastingdienst en dat daarna al zijn bezittingen/woningen zijn verdwenen. Nimmer is door mij gesteld dat de heer Janssen een bedrag of vergoeding van de Belastingdienst verwacht te ontvangen.
De heer Logtenberg is zich blijkbaar volstrekt ten onrechte rijk aan het rekenen met de vele miljoenen. Wellicht verklaart dat ook zijn opstelling, gedrag bij het hof en dat hem er blijkbaar alles aan is gelegen om mij failliet te laten verklaren, in Nederland te houden, om zijn zakken te vullen.
Daarvoor wordt ook verwezen naar zijn factuur, (bijlage 15). Deze factuur van € 17.000 ziet toe op verrichte werkzaamheden in juli 2023, na het gesprek dat op 7 juli 2023 met hem heeft plaatsgevonden. Waarschijnlijk schrijft de heer Logtenberg deze kosten met een hooivork.
Voor de goede orde en volledigheid: de onbetwiste vorderingen aan alle schuldeisers zijn door ESP Consultancy BV onverplicht betaald. De betalingen en het intrekken van die vorderingen zijn door de schuldeisers aan de heer Logtenberg bevestigd. Tegen de schuldeisers met betwiste vorderingen, te weten de gemeente Amersfoort, Wieringa Advocaten, de heer K van Reedt Dortland en de Belastingdienst, zijn en/of worden procedures gestart. Buiten de eigen kosten van de curator zijn er derhalve geen schuldeisers.
Klacht 11 – De curator informeert/lekt details aan een buitenstaander.
Op 2 juni 2024 stuurt de heer Verhoek van de NachtBrakerT de heer Logtenberg een mail naar aanleiding van informatie van één van zijn huurders (bijlage 16), de heer Peter B. Deze heeft al meer dan een jaar een huurcontract bij de Off the Street/NachtBrakerT, die op zijn beurt sinds december 2021 huurt van mij. In het citaat van de huurder komt duidelijk naar voren dat de heer Logtenberg als curator informatie heeft verstrekt aan deze huurder. Terwijl deze geen schuldeiser is en en niets te maken heeft met mijn faillissement. Lees hier het citaat van de huurder:
“ik ben 2 weken geleden bij de advocaat geweest en daar hebben wij de curator gesproken. mijn advocaat wordt mijn woordvoerder, want er is zoveel mis met het huur contract. de curator heeft mij meerder dingen laten weten waar ik goed geschrokken van ben en die zegt niet betalen want je komt achter in de rij te staan en je krijgt een hoop problemen
jullie blijken geen huur te betalen 2 hypotheek versterkers en liggen 5 beslagen op het huis die service kosten van 200€ zijn niet terecht want jullie zijn geen VVE
je kan en mag geen nieuwe bewoners aannemen volgens de curator.
de gemeente schijnt er volgens de curator al mee bezig te zijn omdat de woning onbewoonbaar verklaard gaat worden
de curator heeft het advies gegeven om niet meer te betalen. nachtbrakerd betaald niet ?
er ligt al een ontruimingsbevel maar omdat de hypotheek verstrekkers ruzie hebben komen ze er niet uit en de curator zegt dat er geen procedure gestart kan worden omdat hij daar voor nodig is.”
Aan de hand van bovenstaande informatie stelt de heer Verhoek Logtenberg een aantal vragen (zie bijlage 17).
Curator pleegt
een onrechtmatige daad
Aangezien deze mail niet alleen gaat naar de heer Logtenberg maar ik ook in de cc sta, mail ik Logtenberg op 3 juni 2024 (bijlage 18) het volgende:
Ik heb deze mail ontvangen en ben verbaasd over de inhoud en dat u met iemand praat zonder mij hiervan in kennis te stellen of dit klopt .Ik zie tal van zaken waarvan de heer Peter B. niet op de hoogte zou moeten zijn en kan zijn.
Deze informatie komt rechtstreeks van u.
Gezien de informatie die de heer Peter B. heeft kan ik stellen dat u artikel 68 van de faillissement wet en artikel 272 van het wetboek Van strafrecht, het ambtsgeheim schendt. Volgens deze artikelen bent u wettelijk verplicht tot geheimhouding en door deze niet te beschermen, bent u strafbaar. Ook de gedragsregels voor curatoren benadrukken de vertrouwelijkheid van informatie omtrent Het faillissement .
Ik overweeg nu (en zal dit met de Stichting SOBI bespreken) om u aan te geven bij de autoriteit persoonsgegevens ik stel u dan ook persoonlijk verantwoordelijk voor deze onrechtmatige daad (art.6:162 BW)”
Op 5 juni 2024 reageert (bijlage 18) de heer Logtenberg naar de heer Verhoek met o.a. het volgende, waarbij ik in de cc sta:
De boedel maakt onverminderd aanspraak op betaling van de vorderingen van mevrouw Ruizendaal op derden. Wanneer een huurder van een ruimte in de woning in Amersfoort van mening is dat hij of zij een huurovereenkomst heeft gesloten met mevrouw Ruizendaal en dus niet met NachtBrakerT B.V., geldt eveneens dat deze persoon gedurende het faillissement enkel bevrijdend kan betalen aan de faillissementsboedel. In dat kader merk ik op dat bij twijfel over aan wie de betaling moet worden verricht, er een wettelijke opschortingsgrond bestaat.
Overeenkomsten met (onder)huurders Hendrik van Viandenstraat 12 te Amersfoort.
Vanwege het ontbreken van informatie over de huidige (onder)huursituatie is mij niet bekend welke personen momenteel in de woning verblijven en op grond waarvan. Ook beschik ik niet over de (onder)huurovereenkomsten, waardoor niet beoordeeld kan worden wie de contractpartijen zijn. Als gevolg van het faillissement is het voor mevrouw Ruizendaal niet mogelijk om beschikkingshandelingen te verrichten ten aanzien van de woning. Dit betekent dat mevrouw Ruizendaal bijvoorbeeld geen huurovereenkomsten kan sluiten. Dit is uitsluitend voorbehouden aan de boedel.
Hierbij informeert Logtenberg dat wanneer een huurder iets beweert over de huurovereenkomst, de heer Logtenberg zonder onderzoek of navraag gewoon informatie over de gefailleerde kan verstrekken. Hij geeft zelfs aan dat het hem niet bekend is welke personen er verblijven. Hij verifieert nergens welk contract ten grondslag ligt aan deze huurder, zowel niet bij de organisatie als bij mij, de gefailleerde.
Logtenberg heeft primair
de geheimhoudingsplicht geschonden.
Op 20 juni 2024 krijg ik van Logtenberg (bijlage 20) een mail naar aanleiding van mijn mail van 5 juni, met de volgende tekst:
Zoals uit mijn e-mail van 10 juni jl. volgt, heb ik de betreffende huurder laten weten dat ik als curator een derde niet kan adviseren en dat daarvoor een advocaat geraadpleegd kan worden. Ik heb geen contact gehad met de advocaat waarnaar de huurder (door)verwijst.
En het feit is dat de curator primair de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Daarnaast heeft hij de verplichting heeft om onderzoek te doen voordat hij een “zogenaamde” huurder informeert, die niets met mijn faillissement te maken heeft. Bovendien kan er schade ontstaan aan de boedel doordat in dit geval schade wordt toegebracht aan de organisatie Off the Street/NachtBrakerT, en is hij ook civielrechtelijk aansprakelijk te stellen.
Klacht 11 – De curator informeert/lekt details aan een buitenstaander.
Op 2 juni 2024 stuurt de heer Verhoek van de NachtBrakerT de heer Logtenberg een mail naar aanleiding van informatie van één van zijn huurders (bijlage 16), de heer Peter B. Deze heeft al meer dan een jaar een huurcontract bij de Off the Street/NachtBrakerT, die op zijn beurt sinds december 2021 huurt van mij. In het citaat van de huurder komt duidelijk naar voren dat de heer Logtenberg als curator informatie heeft verstrekt aan deze huurder. Terwijl deze geen schuldeiser is en en niets te maken heeft met mijn faillissement. Lees hier het citaat van de huurder:
“ik ben 2 weken geleden bij de advocaat geweest en daar hebben wij de curator gesproken. mijn advocaat wordt mijn woordvoerder, want er is zoveel mis met het huur contract. de curator heeft mij meerder dingen laten weten waar ik goed geschrokken van ben en die zegt niet betalen want je komt achter in de rij te staan en je krijgt een hoop problemen
jullie blijken geen huur te betalen 2 hypotheek versterkers en liggen 5 beslagen op het huis die service kosten van 200€ zijn niet terecht want jullie zijn geen VVE
je kan en mag geen nieuwe bewoners aannemen volgens de curator.
de gemeente schijnt er volgens de curator al mee bezig te zijn omdat de woning onbewoonbaar verklaard gaat worden
de curator heeft het advies gegeven om niet meer te betalen. nachtbrakerd betaald niet ?
er ligt al een ontruimingsbevel maar omdat de hypotheek verstrekkers ruzie hebben komen ze er niet uit en de curator zegt dat er geen procedure gestart kan worden omdat hij daar voor nodig is.”
Aan de hand van bovenstaande informatie stelt de heer Verhoek Logtenberg een aantal vragen (zie bijlage 17).
Curator pleegt
een onrechtmatige daad
Aangezien deze mail niet alleen gaat naar de heer Logtenberg maar ik ook in de cc sta, mail ik Logtenberg op 3 juni 2024 (bijlage 18) het volgende:
Ik heb deze mail ontvangen en ben verbaasd over de inhoud en dat u met iemand praat zonder mij hiervan in kennis te stellen of dit klopt .Ik zie tal van zaken waarvan de heer Peter B. niet op de hoogte zou moeten zijn en kan zijn.
Deze informatie komt rechtstreeks van u.
Gezien de informatie die de heer Peter B. heeft kan ik stellen dat u artikel 68 van de faillissement wet en artikel 272 van het wetboek Van strafrecht, het ambtsgeheim schendt. Volgens deze artikelen bent u wettelijk verplicht tot geheimhouding en door deze niet te beschermen, bent u strafbaar. Ook de gedragsregels voor curatoren benadrukken de vertrouwelijkheid van informatie omtrent Het faillissement .
Ik overweeg nu (en zal dit met de Stichting SOBI bespreken) om u aan te geven bij de autoriteit persoonsgegevens ik stel u dan ook persoonlijk verantwoordelijk voor deze onrechtmatige daad (art.6:162 BW)”
Op 5 juni 2024 reageert (bijlage 18) de heer Logtenberg naar de heer Verhoek met o.a. het volgende, waarbij ik in de cc sta:
De boedel maakt onverminderd aanspraak op betaling van de vorderingen van mevrouw Ruizendaal op derden. Wanneer een huurder van een ruimte in de woning in Amersfoort van mening is dat hij of zij een huurovereenkomst heeft gesloten met mevrouw Ruizendaal en dus niet met NachtBrakerT B.V., geldt eveneens dat deze persoon gedurende het faillissement enkel bevrijdend kan betalen aan de faillissementsboedel. In dat kader merk ik op dat bij twijfel over aan wie de betaling moet worden verricht, er een wettelijke opschortingsgrond bestaat.
Overeenkomsten met (onder)huurders Hendrik van Viandenstraat 12 te Amersfoort.
Vanwege het ontbreken van informatie over de huidige (onder)huursituatie is mij niet bekend welke personen momenteel in de woning verblijven en op grond waarvan. Ook beschik ik niet over de (onder)huurovereenkomsten, waardoor niet beoordeeld kan worden wie de contractpartijen zijn. Als gevolg van het faillissement is het voor mevrouw Ruizendaal niet mogelijk om beschikkingshandelingen te verrichten ten aanzien van de woning. Dit betekent dat mevrouw Ruizendaal bijvoorbeeld geen huurovereenkomsten kan sluiten. Dit is uitsluitend voorbehouden aan de boedel.
Hierbij informeert Logtenberg dat wanneer een huurder iets beweert over de huurovereenkomst, de heer Logtenberg zonder onderzoek of navraag gewoon informatie over de gefailleerde kan verstrekken. Hij geeft zelfs aan dat het hem niet bekend is welke personen er verblijven. Hij verifieert nergens welk contract ten grondslag ligt aan deze huurder, zowel niet bij de organisatie als bij mij, de gefailleerde.
Logtenberg heeft primair
de geheimhoudingsplicht geschonden.
Op 20 juni 2024 krijg ik van Logtenberg (bijlage 20) een mail naar aanleiding van mijn mail van 5 juni, met de volgende tekst:
Zoals uit mijn e-mail van 10 juni jl. volgt, heb ik de betreffende huurder laten weten dat ik als curator een derde niet kan adviseren en dat daarvoor een advocaat geraadpleegd kan worden. Ik heb geen contact gehad met de advocaat waarnaar de huurder (door)verwijst.
En het feit is dat de curator primair de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Daarnaast heeft hij de verplichting heeft om onderzoek te doen voordat hij een “zogenaamde” huurder informeert, die niets met mijn faillissement te maken heeft. Bovendien kan er schade ontstaan aan de boedel doordat in dit geval schade wordt toegebracht aan de organisatie Off the Street/NachtBrakerT, en is hij ook civielrechtelijk aansprakelijk te stellen.
Klacht 12 – Logtenberg schendt zijn onderzoeksplicht
Op 12 juli 2023 stuurt (bijlage 20) Logtenberg mij de volgende mail:
Bedankt voor uw e-mail. Op basis van de twee brieven die ik van u ontving, constateer ik vooralsnog dat de discussies met het Ministerie van Financiën en de Gemeente Amersfoort al vele jaren voortduren. De onderbouwing van de standpunten waarover u in de brieven spreekt, heb ik niet ingezien (en dat is in deze fase ook niet nodig.
Op 7 juli 2023 tijdens het interview heb ik aangegeven dat zowel de vorderingen van de gemeente als de belastingdienst betwist zijn. Op 20 juli 2023 bevestig ik nogmaals aan Logtenberg dat ik een betwisting heb (door middel van een claim) op de Belastingdienst (bijlage 21). In deze mail benoem ik nogmaals de schadeclaim naar Ministerie van Financiën. En dat het gebruikelijk loon onrechtmatig te veel is belast (bijlage 21 – mail naar Logtenberg).
Curator schendt zijn onderzoeksplicht
Uit het bovenstaande blijkt dat Logtenberg geen interesse heeft in deze discussie en dat naast zich neerlegt. Terwijl hieruit zal blijken dat het proces in het hoger beroep heel anders had gelopen als hij deze informatie had ingediend en op zijn minst had onderzocht.
Mijn verwijt wordt duidelijk in de brief aan Logtenberg verwoord op 26 juni 2024 (bijlage 22) door mijn advocaat heer Vink. In brief/mail haalt de heer Vink het volgende aan:
Ruizendaal verwijt het u dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de betwiste belastingschulden, in combinatie met opname in het FSV. U bent in uw onderzoek (en tijdens het hoger beroep), ondanks de uitdrukkelijke betwistingen van de zijde van Ruizendaal klakkeloos ervan uitgegaan dat de belastingschulden bij de Belastingdienst ‘hard’ waren, terwijl deze vrijwel allemaal in geschil zijn. Ruizendaal verwijt het u dat in het belang van de schuldeisers niet kritischer is gehandeld richting de Belastingdienst. U was er reeds van op de hoogte dat het de bedoeling was van Ruizendaal om met alle schuldeisers tot een vergelijk te komen, inclusief het niet verder invorderen van de belastingschulden.
Verder in de mail staat:
Mevrouw Ruizendaal is opgenomen in het FSV en is mede door een overzicht van openstaande schulden van de Belastingdienst failliet verklaard door rechtbank Midden-Nederland. Vrijwel geen van de openstaande belastingschulden staat onherroepelijk vast. Hierover zijn procedures in eerste aanleg aanhangig.
Vink refereert aan het Hoge Raad stuk: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2021:1748
Klacht 12 – Logtenberg schendt zijn onderzoeksplicht
Op 12 juli 2023 stuurt (bijlage 20) Logtenberg mij de volgende mail:
Bedankt voor uw e-mail. Op basis van de twee brieven die ik van u ontving, constateer ik vooralsnog dat de discussies met het Ministerie van Financiën en de Gemeente Amersfoort al vele jaren voortduren. De onderbouwing van de standpunten waarover u in de brieven spreekt, heb ik niet ingezien (en dat is in deze fase ook niet nodig.
Op 7 juli 2023 tijdens het interview heb ik aangegeven dat zowel de vorderingen van de gemeente als de belastingdienst betwist zijn. Op 20 juli 2023 bevestig ik nogmaals aan Logtenberg dat ik een betwisting heb (door middel van een claim) op de Belastingdienst (bijlage 21). In deze mail benoem ik nogmaals de schadeclaim naar Ministerie van Financiën. En dat het gebruikelijk loon onrechtmatig te veel is belast (bijlage 21 – mail naar Logtenberg).
Curator schendt zijn onderzoeksplicht
Uit het bovenstaande blijkt dat Logtenberg geen interesse heeft in deze discussie en dat naast zich neerlegt. Terwijl hieruit zal blijken dat het proces in het hoger beroep heel anders had gelopen als hij deze informatie had ingediend en op zijn minst had onderzocht.
Mijn verwijt wordt duidelijk in de brief aan Logtenberg verwoord op 26 juni 2024 (bijlage 22) door mijn advocaat heer Vink. In brief/mail haalt de heer Vink het volgende aan:
Ruizendaal verwijt het u dat er onvoldoende onderzoek is gedaan naar de betwiste belastingschulden, in combinatie met opname in het FSV. U bent in uw onderzoek (en tijdens het hoger beroep), ondanks de uitdrukkelijke betwistingen van de zijde van Ruizendaal klakkeloos ervan uitgegaan dat de belastingschulden bij de Belastingdienst ‘hard’ waren, terwijl deze vrijwel allemaal in geschil zijn. Ruizendaal verwijt het u dat in het belang van de schuldeisers niet kritischer is gehandeld richting de Belastingdienst. U was er reeds van op de hoogte dat het de bedoeling was van Ruizendaal om met alle schuldeisers tot een vergelijk te komen, inclusief het niet verder invorderen van de belastingschulden.
Verder in de mail staat:
Mevrouw Ruizendaal is opgenomen in het FSV en is mede door een overzicht van openstaande schulden van de Belastingdienst failliet verklaard door rechtbank Midden-Nederland. Vrijwel geen van de openstaande belastingschulden staat onherroepelijk vast. Hierover zijn procedures in eerste aanleg aanhangig.
Vink refereert aan het Hoge Raad stuk: https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2021:1748
Klacht 13 – Curator wil niet meehelpen om een dagvaarding Dortland
Omdat ik de heer Dortland in een civiele procedure wil aanpakken, is herhaaldelijk aan Logtenberg gevraagd om hiermee in te stemmen. Op 23 november 2023 heb ik de curator een e-mail gestuurd (bijlage 14), waarin ik aangeef dat een faillissementsuitspraak niet kan worden herzien. Uit de bijlage (bijlage 14a) blijkt echter duidelijk dat degene die bedrog heeft gepleegd, aansprakelijk gesteld kan worden.
Degene die bedrog heeft gepleegd
kan aansprakelijk gesteld worden
Op 19 december 2023, daags voor het faillissementsverhoor, stuur ik een lange brief naar Logtenberg met het volgende verzoek:
“Omdat ik de partijen die mij in het faillissement hebben getrokken wil aanpakken, verzoek ik u het volgende: Indien ik een procedure zou willen opstarten/entameren tegen personen c.q. organisaties, bestaat het risico dat deze een (succesvol) beroep zullen doen op de niet-ontvankelijkheid van mij op grond van art. 23 Fw en art. 25 lid 1 Fw. Het is om die reden dat ik u verzoek om de hiervoor bedoelde procedure te entameren tegen deze personen of organisaties dan wel verzoek ik u om de advocaat toestemming (c.q. de opdracht) te geven ten behoeve van mij (lees: namens c.q. voor de curator ex artikel 25 lid 1 Fw) een procedure te entameren. Indien en voor zover u de advocaat die toestemming verleent c.q. die opdracht verstrekt, zullen alle met de procedure gepaard gaande kosten door een financier worden gedragen. Hij zal (dus) geen honorarium bij u in rekening brengen noch zullen kosten van derden of de proceskosten ten laste komen van de boedel. Dat geldt ook voor een eventuele proceskostenveroordeling. ESP of een andere financier staan garant voor de voldoening van die eventuele proceskostenveroordeling.”
Op 20 december 2023 reageert Logtenberg op de brief van 19 december 2023 als volgt:
Uw verzoeken tot het entameren van procedures kan ik niet afwegen omdat ik niet over enige onderbouwing van uw kant beschik. De stukken die ik wél heb ontvangen zijn absoluut onvoldoende. Voor het optreden in rechte namens de boedel heb ik een machtiging van de rechter-commissaris nodig en een verzoek om een dergelijke machtiging moet ik vanzelfsprekend kunnen onderbouwen met bewijsstukken.Het moge duidelijk zijn dat zolang niet aan de informatieplicht wordt voldaan, er geen beoordeling van uw verzoeken en standpunten kan plaatsvinden. Dat betekent dat de afwikkeling van het faillissement vertraging oploopt. In aanvulling hierop herhaal ik nogmaals dat het faillissement onherroepelijk is. De rechtbank en het gerechtshof hebben hierover geoordeeld waarin de door u aangevoerde verweren zijn meegenomen en gewogen. Dit moge inmiddels duidelijk zijn.
De heer Logtenberg negeert het feit dat bij hoger beroep voornamelijk wordt beoordeeld of de procedures bij insolventies zijn gevolgd en of de feiten van de zittingen correct zijn. Het gaat hierbij dus meer om de procedurele kant en niet om de inhoudelijke kant. Dit maakt een hoger beroep anders dan een civiele rechtszaak.
Duidelijk feiten
achter gehouden
leidt tot een insolventie-farce
Zoals ik op 3 november 2023 aangaf, wil ik op basis van de feiten de zaak opnieuw via civiele weg laten behandelen, omdat er duidelijk feiten zijn achtergehouden en procedures zijn gemanipuleerd om mij monddood te maken. Kortom, ik heb voldoende redenen om op basis van de waarheid het recht te laten zegevieren. Ik word daarbij gesteund door een aantal advocaten die dezelfde visie hebben met betrekking tot deze insolventie-farce.
Op 23 mei 2024 stuurt de heer Logtenberg een e-mail naar aanleiding van mijn bericht over een mogelijke dagvaarding met betrekking tot Dortland. In de brief begint Logtenberg met te vermelden dat hij intensief contact heeft gehad met de rechter-commissaris en zegt het volgende:
In dat gesprek ben ik ingegaan op mijn juridische beoordeling van de vorderingen, de kans van slagen van de vorderingen in rechte en de afweging die ik heb te maken als curator in het besluit om een dergelijke vordering al dan niet over te dragen aan een derde.
Later bespreekt hij het arrest van het hoger beroep om aan te geven dat er onderdelen van de dagvaarding al lang zijn behandeld. Hij zegt het volgende:
Rechtsoverweging 3.7
Het gerechtshof heeft in rechtsoverweging 3.7 geoordeeld dat Dortland wel een rechtmatig belang heeft bij de faillissementsaanvraag en het aanstellen van een onafhankelijke curator. Het verzoek tot faillietverklaring levert daarom naar het oordeel van het gerechtshof geen misbruik van recht op. Kijkend naar de werkelijke tekst uit het arrest wordt bij 3.7 uitgegaan van een te lage aankoopprijs.
Dit is niet juist. Immers, de aankoopprijs van ESP Consultancy BV in 2021 zou aan zowel de eerste hypotheekhouder als de tweede hypotheekhouder kunnen voldoen. Dat er door het hof hieraan voorbij is gegaan betekent ook dat deze rechtsoverweging op losse schroeven staat. En er dus geen sprake van een juiste interpretatie geweest.
Rechtsoverweging 3.8
Ten aanzien van het schuldeisersverzuim oordeelt het gerechtshof in rechtsoverweging 3.8 dat Dortland recht heeft op onvoorwaardelijke betaling. Van Dortland kan niet worden verlangd dat hij daarvoor een contractuele relatie met een derde aangaat, aldus het gerechtshof.
In rechtsoverweging 3.8 wordt gesteld dat er geen onvoorwaardelijke betaling kon plaatsvinden.
Het is opmerkelijk dat bij een onvoorwaardelijke betaling die ik had willen doen, er aanvullende eisen werden gesteld, namelijk dat ik in de toekomst geen vorderingen op Dortland mag indienen. Dit zogenaamde monddood maken van mij komt voort uit Dortlands angst om persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden voor de claim die ik op Boekel de Nerée heb, veroorzaakt door notaris Dortland in verband met Marcanti. Dortland is zich hiervan bewust en omdat hij juridisch onderlegd is als voormalig notaris, heeft hij een insolventieprocedure tegen mij opgestart om mij voor te zijn.
We kunnen ons afvragen wat de curator heeft onderzocht om het faillissement te rechtvaardigen. In zijn verslag van periode 2 stelt hij dat hij een onderzoek zal uitvoeren, maar in het verslag van periode 3 heeft hij dit uitgesteld. Dit toont aan dat de nalatigheid van de curator een cruciaal onderdeel is van zijn interpretaties rond het faillissement.
De heer Logtenberg maakt hier ook zich schuldig aan plichtsverzuim en onbehoorlijk bestuur. Dit blijkt uit het feit dat hij nalaat zijn taken zorgvuldig en in overeenstemming met de wet en de belangen van de boedel uit te voeren. Hij verzaakt hiermee zijn plichten ten aanzien van de boedel. Bovendien, als blijkt dat Dortland als schuldeiser onrechtmatig heeft gehandeld, heeft Logtenberg onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van de andere schuldeisers en de boedel.
Nalatig handelen van curator
en schendig van gedragsregels
Kortom, uit alle bovenstaande klachten blijkt dat Logtenberg niet voldoet aan de normen van zorgvuldigheid en professionaliteit die van hem worden verwacht. Door zijn opzettelijk of nalatig handelen schaadt hij de boedel en het verloop van het faillissement.
Degene die bedrog heeft gepleegd kan aansprakelijk gesteld wordenOp 19 december 2023, daags voor het faillissementsverhoor, stuur ik een lange brief naar Logtenberg met het volgende verzoek:
“Omdat ik de partijen die mij in het faillissement hebben getrokken wil aanpakken, verzoek ik u het volgende: Indien ik een procedure zou willen opstarten/entameren tegen personen c.q. organisaties, bestaat het risico dat deze een (succesvol) beroep zullen doen op de niet-ontvankelijkheid van mij op grond van art. 23 Fw en art. 25 lid 1 Fw. Het is om die reden dat ik u verzoek om de hiervoor bedoelde procedure te entameren tegen deze personen of organisaties dan wel verzoek ik u om de advocaat toestemming (c.q. de opdracht) te geven ten behoeve van mij (lees: namens c.q. voor de curator ex artikel 25 lid 1 Fw) een procedure te entameren. Indien en voor zover u de advocaat die toestemming verleent c.q. die opdracht verstrekt, zullen alle met de procedure gepaard gaande kosten door een financier worden gedragen. Hij zal (dus) geen honorarium bij u in rekening brengen noch zullen kosten van derden of de proceskosten ten laste komen van de boedel. Dat geldt ook voor een eventuele proceskostenveroordeling. ESP of een andere financier staan garant voor de voldoening van die eventuele proceskostenveroordeling.”
Op 20 december 2023 reageert Logtenberg op de brief van 19 december 2023 als volgt:Uw verzoeken tot het entameren van procedures kan ik niet afwegen omdat ik niet over enige onderbouwing van uw kant beschik. De stukken die ik wél heb ontvangen zijn absoluut onvoldoende. Voor het optreden in rechte namens de boedel heb ik een machtiging van de rechter-commissaris nodig en een verzoek om een dergelijke machtiging moet ik vanzelfsprekend kunnen onderbouwen met bewijsstukken.Het moge duidelijk zijn dat zolang niet aan de informatieplicht wordt voldaan, er geen beoordeling van uw verzoeken en standpunten kan plaatsvinden. Dat betekent dat de afwikkeling van het faillissement vertraging oploopt. In aanvulling hierop herhaal ik nogmaals dat het faillissement onherroepelijk is. De rechtbank en het gerechtshof hebben hierover geoordeeld waarin de door u aangevoerde verweren zijn meegenomen en gewogen. Dit moge inmiddels duidelijk zijn.
De heer Logtenberg negeert het feit dat bij hoger beroep voornamelijk wordt beoordeeld of de procedures bij insolventies zijn gevolgd en of de feiten van de zittingen correct zijn. Het gaat hierbij dus meer om de procedurele kant en niet om de inhoudelijke kant. Dit maakt een hoger beroep anders dan een civiele rechtszaak.Duidelijk feiten achter gehouden leidt tot een insolventie-farceZoals ik op 3 november 2023 aangaf, wil ik op basis van de feiten de zaak opnieuw via civiele weg laten behandelen, omdat er duidelijk feiten zijn achtergehouden en procedures zijn gemanipuleerd om mij monddood te maken. Kortom, ik heb voldoende redenen om op basis van de waarheid het recht te laten zegevieren. Ik word daarbij gesteund door een aantal advocaten die dezelfde visie hebben met betrekking tot deze insolventie-farce. Op 23 mei 2024 stuurt de heer Logtenberg een e-mail naar aanleiding van mijn bericht over een mogelijke dagvaarding met betrekking tot Dortland. In de brief begint Logtenberg met te vermelden dat hij intensief contact heeft gehad met de rechter-commissaris en zegt het volgende:
In dat gesprek ben ik ingegaan op mijn juridische beoordeling van de vorderingen, de kans van slagen van de vorderingen in rechte en de afweging die ik heb te maken als curator in het besluit om een dergelijke vordering al dan niet over te dragen aan een derde.
Later bespreekt hij het arrest van het hoger beroep om aan te geven dat er onderdelen van de dagvaarding al lang zijn behandeld. Hij zegt het volgende:Rechtsoverweging 3.7 Het gerechtshof heeft in rechtsoverweging 3.7 geoordeeld dat Dortland wel een rechtmatig belang heeft bij de faillissementsaanvraag en het aanstellen van een onafhankelijke curator. Het verzoek tot faillietverklaring levert daarom naar het oordeel van het gerechtshof geen misbruik van recht op. Kijkend naar de werkelijke tekst uit het arrest wordt bij 3.7 uitgegaan van een te lage aankoopprijs.
Dit is niet juist. Immers, de aankoopprijs van ESP Consultancy BV in 2021 zou aan zowel de eerste hypotheekhouder als de tweede hypotheekhouder kunnen voldoen. Dat er door het hof hieraan voorbij is gegaan betekent ook dat deze rechtsoverweging op losse schroeven staat. En er dus geen sprake van een juiste interpretatie geweest.Rechtsoverweging 3.8 Ten aanzien van het schuldeisersverzuim oordeelt het gerechtshof in rechtsoverweging 3.8 dat Dortland recht heeft op onvoorwaardelijke betaling. Van Dortland kan niet worden verlangd dat hij daarvoor een contractuele relatie met een derde aangaat, aldus het gerechtshof. In rechtsoverweging 3.8 wordt gesteld dat er geen onvoorwaardelijke betaling kon plaatsvinden.
Het is opmerkelijk dat bij een onvoorwaardelijke betaling die ik had willen doen, er aanvullende eisen werden gesteld, namelijk dat ik in de toekomst geen vorderingen op Dortland mag indienen. Dit zogenaamde monddood maken van mij komt voort uit Dortlands angst om persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden voor de claim die ik op Boekel de Nerée heb, veroorzaakt door notaris Dortland in verband met Marcanti. Dortland is zich hiervan bewust en omdat hij juridisch onderlegd is als voormalig notaris, heeft hij een insolventieprocedure tegen mij opgestart om mij voor te zijn. We kunnen ons afvragen wat de curator heeft onderzocht om het faillissement te rechtvaardigen. In zijn verslag van periode 2 stelt hij dat hij een onderzoek zal uitvoeren, maar in het verslag van periode 3 heeft hij dit uitgesteld. Dit toont aan dat de nalatigheid van de curator een cruciaal onderdeel is van zijn interpretaties rond het faillissement. De heer Logtenberg maakt hier ook zich schuldig aan plichtsverzuim en onbehoorlijk bestuur. Dit blijkt uit het feit dat hij nalaat zijn taken zorgvuldig en in overeenstemming met de wet en de belangen van de boedel uit te voeren. Hij verzaakt hiermee zijn plichten ten aanzien van de boedel. Bovendien, als blijkt dat Dortland als schuldeiser onrechtmatig heeft gehandeld, heeft Logtenberg onzorgvuldig gehandeld ten opzichte van de andere schuldeisers en de boedel.Nalatig handelen van curator en schendig van gedragsregelsKortom, uit alle bovenstaande klachten blijkt dat Logtenberg niet voldoet aan de normen van zorgvuldigheid en professionaliteit die van hem worden verwacht. Door zijn opzettelijk of nalatig handelen schaadt hij de boedel en het verloop van het faillissement.